Ik ben altijd in voor nieuwe ervaringen. En aangezien drugs en alcohol me niet zo liggen, zoek ik het meer in het lichamelijke. Vandaar dat ik me gisteren bevond bij een chiropractor. Oorspronkelijk ingegeven als aanvulling op mijn Alexandertechnieklessen, werd een bezoekje aan deze man opeens noodzakelijk na mijn slippertje in de badkamer twee weken geleden: ik barstte van de rugpijn na die val.
Maar goed, ik zat dus bij een Nederlandssprekende Amerikaan; in al het tumult van het moment ben ik zijn naam even kwijtgeraakt. Hij wond er geen doekjes om, kwam meteen terzake en zette me op een stoel. Tot mijn grote genoegen vond hij meteen de pijnlijke plekken in m’n nek, en terwijl hij vrolijk doorkletste over Murphy’s law, het aantal botjes dat zich onder je schedel bevindt, het weer, z’n schoonmoeder, de stand van de Aholdaandelen en wat dies meer zij, geeft hij me toch opeens een ruk aan m’n nek! Jezus! Dat kan toch niet goed zijn, zoveel gekraak!
Hoe kan iemand met zo’n beminnelijk uiterlijk zo’n sadistisch karakter herbergen? Waarom kiest iemand zo’n beroep? Wat voor verleden moet je daarvoor hebben?
Maar goed, hij ging nog even door, heeft ook mijn onderrug nog flink onder handen genomen, waardoor ik nu als een soort halve bejaarde door mijn woonplaats sjok. Dus zie je iemand met een kek Jamai-brilletje en een bochel voorbijlopen, wees dan even aardig, want ik ben namelijk enorm zielig.