Hij kwam naast me tegen het dranghek staan dat speciaal was neergezet om agressieve vliegtuigspotters in bedwang te houden. Drie turven hoog, misschien vier, rond brilletje en stekeltjeshaar. Hij had een klein cameraatje bij zich. We tuurden enige tijd ingespannen naar het puntje van de staart van de A380, het enige deel van het vliegtuig dat zichtbaar was; de rest werd aan het oog onttrokken door de andere vliegtuigen aan de pier. Hij slaakte een diepe zucht.
– Dat ik dit toch mag meemaken.
– Sorry, zei je wat?
– Ik zei ‘Dat ik dit toch mag meemaken’.
– Hoe bedoel je?
– Nou, de A380 is het grootste vliegtuig in de wereld. Dat ik die hier nu zie vandaag, daarmee is m’n levensdroom in vervulling gaan.
– Hoe oud ben je?
– Tien.
– Tien jaar?
– Ja.
– Is dat niet wat jong om je levensdroom al vervuld te hebben?
Hij schoof z’n bril wat hoger op z’n neus.
– Mwah. Ik heb er nog wel meer hoor.
We keken weer voor ons uit. Op het puntje van de staart kon je net ’80’ lezen. In theorie hadden we dus ook nog naar een MD-80 kunnen staan kijken. Maar daar kwamen vast niet zoveel mensen voor op de been, bedacht ik me.
– Jammer dat je hem niet zo goed kunt zien he?
– Ja, ik heb hier helemaal van gedroomd, en nu zie ik eigenlijk niet zo veel. Maar ik weet dat hij er staat.
– En zo’n 747 is natuurlijk ook wel mooi om naar te kijken.
– Nou, die is niet meer de grootste hoor.
[…]
– Wilt u misschien een foto van me maken, met de A380 erbij?
– Jawel hoor, ga maar daar staan.
Ik maakte een foto van hem met het stukje staart waar ’80’ op stond. Met een beetje fantasie kon je in het grijze vlekje inderdaad een vliegtuigstaart ontwaren.
– Alsjeblieft. Dadelijk bij vertrek heb je vast heel goed uitzicht, want hij start vlak voor je neus.
– Dank u wel. Hoe lang denkt u dat het nog gaat duren?
– Voordat’ie weer weggaat? Minuutje of tien denk ik.
– O. Nou, dan wacht ik nog maar wat langer. Wist u trouwens dat die karretjes waar ze de vliegtuigen mee trekken zelf 80 ton wegen? Dat moet ook wel, anders krijgen ze die vliegtuigen nooit meegetrokken.
Twee minuten voor vertrek baande een lange man zich driftig een weg door de horde vliegtuigspotters, gevolgd door een meisje van een jaar of twaalf.
– Waar was je nou al die tijd! Je zus ik en ik lopen je al een half uur te zoeken! Je zus is het zat en je moeder zit thuis met het eten. Meekomen!
En hij vertrok, achter z’n vader en z’n zusje aan. En een minuut later de A380 ook. Gelukkig heeft’ie nog wat tijd om z’n levensdroom te vervullen. En was de A380 in het echt verschrikkelijk lelijk.
De naam valt me vooral zo tegen, A-380. Dat is zo gewoon.
In de testfase heette dat ding nog A-3XX, dat klonk veel futuristischer.