Mijn moeder is een vasthoudend tiepje. Zo onderhandelde ze voor mijn zusje een betaalbaar superappartement door de makelaar te bellen met de mededeling “Ja, ik snap best dat u dit bod niet reeel vindt, maar meer hebben we gewoon niet”. En dat dan een paar keer achter elkaar. Ieder uur, zeg maar.
Ook dreef zij onlangs een autoverkoper tot wanhoop. Mijn ouders hadden al een tijdje een caravanwens (schijnt vaker te gebeuren bij ouders met uithuizige kinderen), en hun oude Toyota-tje trok dat niet. Dus wat doet mijn moeder: ze koopt een nieuwe Peugeot, een 206.
Helaas, eenmaal thuis, kwam ze erachter dat een 206 ook niet zo veel caravan trekt. Dus toog ze dezelfde dag nog terug naar de dealer met de vraag of ze hem nog mocht ruilen. De verkoper keek ietwat bevreemd, maar toen hij eenmaal doorhad dat het om een grotere auto moest gaan, zag hij er geen probleem in. Het werd een mooie tweedehandse antracietgrijze 307 met genoeg trekkracht.
Helaas ook met krassen op de achterkant, zoals bleek toen het karretje eenmaal voor de deur stond. “Onze excuses mevrouwtje, dat kunnen we natuurlijk zo verhelpen. Ik beloof u dat u er niets meer van ziet”. Tsja, de verkoper kende mijn moeder nog niet zo goed. “Geen sprake van – meneertje. Ik wil een nieuwe!” Mijn moeder is een vasthoudend tiepje, had ik u dat al verteld? Gelukkig zat de dealer ruim in z’n voorraad trekvaardige autootjes; hij had nog een 307 in de prachtige kleur goud.
Helaas, het was toch meer geel, zoals bleek toen het karretje eenmaal voor de deur stond. En dat vond ze toch niet zo geweldig. Dus toog ze weer terug naar de dealer. “Ja, repareert u toch die antracietgrijze maar voor me.”
Had ik al verteld dat m’n moeder een vasthoudend tiepje is? En het erge is…ik word net zo.