Lieve perfectionist
als je dit leest, ben ik net drie uur geleden geslaagd voor m’n rijbewijs. De eerste keer, met een faalangstexamen, en een fijne rit. Ik heb hier en daar wat verbeterpuntjes meegekregen, maar m’n examinator had er meer dan genoeg vertrouwen in: ik mag zelfstandig de weg op! En wat nog fijner is: daar geloof ik zelf ook in.
Da’s best bijzonder, want ik ben een Perfectionist. Met een grote P. Als perfectionisme er nog niet was, dan had ik waarschijnlijk uitgevonden. Ik moet van mezelf alles foutloos doen. En snel. En ik moet in één keer alles kunnen, begrijpen en snappen. Doe ik dat niet, dan hou ik min of meer op te bestaan; het liefste zou ik dan door de grond zakken en nooit meer boven komen, zo schaam ik me dan. Niet zo aardig naar mezelf toe, hè?
Best handig, dat perfectionisme
Raar genoeg heb ik in m’n dagelijks leven niet zo heel veel last van m’n perfectionisme. Op m’n werk zijn ze heel erg blij met m’n nauwkeurigheid, m’n beoordelingsvermogen en m’n kritisch denken. Als er ergens wat spaak loopt, los ik het als vanzelf op. Ik bekijk problemen van alle kanten, lig er een slapeloze nacht wakker van en kies dan de beste oplossing.
Reuzehandig, zo’n hoofd, totdat ik besloot te gaan autorijden. Dat deed ik toen ik veertig werd. Ik heb eerder al eens een paar lessen geprobeerd, maar toen kwam ik zo overstuur de auto weer uit, dat ik voor mezelf besloot dat ik ook wel zonder rijbewijs kon. Maar toen die 40 in zicht kwam, vond ik het tijd om de uitdaging toch weer aan te gaan. Ik had niet meer zo’n zin in excuses naar mezelf, en ik had zo’n gevoel dat ik naast het leren rijden, ook nog een hele andere ontwikkeling door zou kunnen maken: m’n eigen angst leren kennen, en daarmee leren dealen, in plaats van het uit de weg te gaan. Blijkbaar voelde ik me op m’n 40ste dapper genoeg om dat aan te gaan.
Zo gezegd, zo gedaan, en al zoekend kwam ik bij Marianne uit. Wat me trof op haar website, is dat ze veel ervaring heeft met mensen voor wie rijden misschien niet zo vanzelfsprekend lijkt. Bij haar staat de persoon centraal, en dat heb ik geweten! Ik kan rustig stellen dat ik anderhalf jaar lang geen rijles heb gehad, maar personal coaching.
Hoogtepunten
Hieronder heb ik wat perfectionisme-hoogtepunten uit m’n opleiding voor je opgeschreven, om je te laten zien: je bent niet alleen, we hebben allemaal op dit punt gezeten, en ook perfectionisten zoals jij en ik zitten straks gewoon met plezier achter het stuur!
De eerste les
Okee, hier komt meteen m’n eerste bekentenis: m’n grootste zorg voor m’n eerste les, was dat bekenden me zouden zien rijden met een lesbord. Ik kan me er nu niets meer bij voorstellen (want hee, dat lesbord is reuzehandig, moet je eens kijken hoeveel gratis extra ruimte je krijgt bij het invoegen…) maar toen vond ik het blijkbaar heel genant dat ik als volwassene rijles ging nemen. Nu denk ik alleen maar: meid, dapper van je! En iedereen mag het zien: jij gaat de uitdaging niet langer uit de weg, maar kijkt hem vol-in-het-gezicht aan. Mag je trots op zijn!
De auto starten
Ik schrijf handleidingen voor m’n werk, dus toen ik in het begin aanwijzingen van Marianne kreeg, nam ik die erg letterlijk. Zo heb ik bijvoorbeeld eens een nacht wakker gelegen (niet overdreven!), omdat ik niet snapte hoe ik m’n buitenspiegel kon goedzetten als ik de motor nog niet had gestart. En dat allemaal omdat Marianne me had verteld over ‘het negentje’ dat je met je ogen kunt maken langs alle instrumenten op het dashboard om te checken of je rijklaar bent. En ja, in dat negentje komen je spiegels eerder langs dan het contact…Zo’n tiep ben ik dus. En geloof me: het komt helemaal goed. Ook ik heb geleerd hoe ik m’n auto start en wegrijd, inclusief ‘het negentje’.
Keuzestress!
“Ja, en dan mag je in deze straat een parkeerplekje zoeken”. Dat was voor mij het zinnetje waarbij in alle alarmbellen in m’n hoofd tegelijk afgingen. Vooral als er 6 of 7 lege vakken naast elkaar lagen…al die strepen, al die regeltjes, de eerste lijn van het vak ervoor, jamaarwelkvakdanwantikziehelemaal-geenvakkenalleenstreepjesenalsiknunietkiesdangaathetnooitlukkenenshitdaarprikkendetranenachtermnogenwaaromkanikdatnouniet…Met als gevolg dat ik uiteindelijk helemaal niets koos, en langs al die lege vakken de straat weer uitreed.
Als ik gespannen ben, dan komen alle prikkels en signalen bij mij even hard binnen, en dat zijn er nogal wat. In zo’n brei van informatie is het dan knap lastig om de hoofdzaken eruit te filteren. Maar inmiddels weet ik: het is allemaal een kwestie van tijd en heel veel oefenen. Een parkeerplekje zoeken, een keermogelijkheid, of een plekje om even stil te staan: ook dat wordt een gewoonte. En tot die tijd heeft Marianne gewoon een doos met tissues op de achterbank, en een zak met dropjes in de deur.
Parkeren: graag zo moeilijk mogelijk!
Simpel denken…ik kreeg het maar niet voor elkaar. Achteruit fileparkeren? Geen probleem, ik zet hem op de millimeter nauwkeurig tussen twee auto’s. Maar met de neus vooruit een parkeervak inrijden…zelfs op m’n afrijden vond ik dat het allermoeilijkst. Raar? Ach, mijn hoofd denkt nou eenmaal graag ingewikkeld.
Wat me heel erg heeft geholpen, is om mezelf niet een trap na te geven. Ik heb een turbohoofd, dat werkt nu eenmaal zo. De kunst is om samen met dat hoofd toch op zoek te gaan naar een oplossing waarmee ik ook de meest voor de hand liggende dingen voor elkaar krijg. Bijvoorbeeld door een beweging heel snel te doen, zodat ik er niet over na kan denken. Of door alle stapjes in m’n hoofd te benoemen, zodat de volgorde echt goed tussen m’n oren kwam. Niet te ver vooruit denken, goed in het moment zijn, en durven beslissen: de slechtste beslissing is géén beslissing.
De rotondes in Bussum
Toen ik voor het eerst over een rotonde reed, wilde ik de week erna niet meer lessen. En eigenlijk wilde ik gewoon maar helemaal stoppen: ik kon me niet voorstellen dat ik ooit veilig over zo’n kreng heen kon komen. Ik kreeg het kijken niet voor elkaar, vergat terug te schakelen of ging juist in z’n één de rotonde op, de motor sloeg af…ik was ervan overtuigd dat ik de slechtste chauffeur ooit was. En dat terwijl m’n tussentijdse toets al was ingepland!
Inmiddels kan ik je vertellen: komt allemaal goed. Het kijken ga je leren, daar zijn stappenplannetjes voor. Je auto beheers je uiteindelijk als vanzelf, schakelen ga je aanvoelen, en je hebt niet eens meer door dat je voeten de pedalen bedienen.
Je bent normaal!
Wat voor mij enorm heeft geholpen, is het feit dat Marianne al mijn onzekerheden kon koppelen aan stappen in een leerproces. Sterker nog, ze had zelfs een hele leercurve op papier, waar iedere leerling zo ongeveer identiek doorheen gaat. De één misschien wat sneller dan de ander, maar uiteindelijk komen jij en ik allemaal dezelfde fases met bijbehorende stressmomenten tegen.
Dus als ik weer eens een inzinking had, dan was dat enorm geruststellend: het is logisch dat ik me nogal opgefokt voelde als ik net in een fase zat waarin ik nieuwe vaardigheden aan het leren was, oude vaardigheden nog moest leren automatiseren, en ook opeens meer dingen zelfstandig ging doen. Ik kreeg te horen dat ik eigenlijk heel normaal was. En dat was voor mij heel bijzonder!
Limburg…want rijden is leuk!!
Toen Marianne me vertelde dat ik met twee andere leerlingen een hele dag naar Limburg ging rijden…ach, je voelt hem vast al aankomen: ik zou het liefst m’n hoofd onder het dekbed stoppen en nooit meer wat met die auto te maken willen hebben. Ik op de snelweg? Met vier man in een auto? In onbekend terrein? No way!
Maar wat hebben we een fantastische dag gehad! Marianne kiest de Limburggangers zo uit, dat je altijd met mensen in de auto zit die dezelfde dingen spannend vinden. Wat een feest der herkenning: ‘goh, denk jij ook over alles tien keer na?’, ‘Hee, zij heeft ook slapeloze nachten van de snelweg!’, ‘Hee, die doet hetzelfde soort werk als ik’.
De hele dag perfectionistisch zijn, dat houdt niemand vol. Dus daar waar ik ‘s morgens nog best aan het piekeren was, reed ik later met het grootste gemak over een zesbaanssnelweg, daarna dwars door Maastricht naar het Vrijthof. En o ja, haarspeldbochten, onverharde zandweggetjes, een dorp vol toeristen, tegemoetkomende wielrenners, een parkeergarage, heuveltje-op-heuveltje-af. Je hebt simpelweg de tijd niet om na te denken. En wat er dan gebeurt…zonder dat ik het zelf eigenlijk doorhad, begon ik mee te zingen met de radio, te genieten van het prachtige uitzicht en de gezellige uitstapjes tussendoor. Voor het eerst voelde ik: hee, rijden is eigenlijk hartstikke leuk!
Het allermooiste moment vond ik toch wel de terugweg. We hadden al een tijd in de file gestaan, dus het was inmiddels bijna middernacht, en ik reed het laatste stuk naar Hilversum. Op de snelweg in het donker, met de Rolling Stones op de radio, zo af en toe een vrachtwagen inhalen…wat een gevoel van vrijheid was dat! (En ik was een geluksvogel: twee weken voor m’n afrijden mocht ik onverwacht nog een keer mee naar Limburg!)
Tussentijdse toets: wat een drama
Na Limburg zag ik m’n tussentijdse toets best zitten. Toegegeven, examen doen is geen hobby van me, maar met zo’n Limburgervaring achter de rug had ik er best vertrouwen in. De rit naar het CBR ging dan ook prima, het zonnetje scheen, en ik had er best zin in. Dat gevoel bleef, totdat ik het CBR-terrein afreed met de examinator naast me, en Marianne achterin.
Ik kan nog steeds niet precies terughalen wat er gebeurde, maar ik heb zo ongeveer de hele toets een soort blackout gehad. Ik wist na afloop zelfs niet meer waar ik had gereden. Een stopopdracht in een lege straat met maar één auto: ik kreeg het niet voor elkaar. Voorrang geven aan rechts? Ik wist niet eens meer wat rechts en links was. Parkeren? Ik kon op een halfleeg parkeerterrein geen plek vinden.
Het ging dus totaal niet lekker, en dat was ook duidelijk zichtbaar: ik zat met een strak bekkie achter het stuur, iets wat Marianne later mijn examengezicht noemde. En weet je wat ik nog het allerergste vond? De terugweg van het CBR naar huis ging weer vlekkeloos! Het zat hem dus echt in de aanwezigheid van een examinator, het beoordeeld worden, de lat die ik daardoor voor mezelf zo enorm hoog leg dat de paniek als vanzelf toeslaat.
Vandaar dat we meteen besloten hebben om voor het afrijden een faalangstexamen te boeken. Dan krijg je extra tijd vooraf, een examinator die je extra op je gemak stelt, en de mogelijkheid om tijdens het rijden even een time-out te nemen om de zenuwen weer te laten zakken.
Whatever!
Mijn beste lessen waren altijd wanneer ik de nacht ervoor slecht had geslapen. Dan was het kritische stemmetje in m’n hoofd nog niet wakker genoeg om overal commentaar op te leveren. Maar meestal was dat stemmetje helaas erg wakker: alles wat ik deed, voorzag ik in m’n hoofd van commentaar. Ik herinner me nog goed dat ik mezelf een keer zo zat was, dat ik hardop ‘Whatever!’ tegen mezelf zei, ‘Prima dat je commentaar wil leveren, maar ik luister er gewoon niet meer naar, want ik moet nu autorijden’. En de rest van de les ging prima.
Dat woordje ‘Whatever’ heb ik op een ringetje laten graveren, als herinnering-aan-mezelf wanneer ik weer eens aan het piekeren of becommentarieren sla. Erg handig, niet alleen bij het rijden, maar bijvoorbeeld ook op mijn werk. Ik leen die ring nu zelfs uit aan collega’s die een moeilijk gesprek of een pittige onderhandeling moeten voeren, als hulpje om toch vooral bij jezelf te blijven.
Afrijden in zicht
Ja, en dan is opeens je examen geboekt…bij mij zorgde dat meteen weer voor een dip tijdens het rijden. Puur vanwege de gedachte dat er dadelijk iemand met me mee zou kijken, en me ook nog eens ging beoordelen. Om dat alvast te oefenen, heb ik ook een paar lessen met een andere instructeur gereden. En dat was maar goed ook, want de eerste les bij Gino stond ik aan het eind van m’n eigen straat al met een paniekaanval aan de kant! In de drie lessen bij Gino heb ik vooral gewerkt aan het rijden van m’n eigen rit, zelf de regie nemen, en me niet te veel te laten beinvloeden door wat er naast me gebeurt.
Naarmate de afrijdatum dichterbij kwam, voelde ik ook de zenuwen toenemen. Ik kreeg steeds vaker een knoop in m’n maag en m’n adem zat zowat tussen m’n oren. Ik heb toen voor mezelf een strak schema gemaakt om ervoor te zorgen dat ik voldoende kon slapen en ontspannen. Iedere avond na m’n werk heb ik een uurtje muziek gemaakt en gemediteerd, twee weken van te voren ben ik gestart met 3 keer daags een valeriaantablet, en voor het slapen gaan dronk ik vlierbesthee, waar je lekker rozig van wordt.
Ook zorgde ik ervoor dat ik iedere avond om 22:00 in bed lag, zodat ik voldoende tijd had om in slaap te vallen. Zeker in spannende tijden slaap ik slecht, en de gedachte dat ik er al lekker vroeg in lag, hielp enorm tegen het piekeren. Lekker een boekje lezen, een uur voor het slapen gaan geen iPad of mobiel meer, een spinnende kat aan het voeteneind: het heeft gelukkig goed geholpen, want ik heb ondanks de zenuwen prima geslapen!
Ook mentaal heb ik het nodige aan voorbereiding gedaan. Vooral geen ervaringen van anderen opgzocht op internet. Veel teruggedacht aan Limburg, en andere positieve ervaringen tijdens het rijden. Iedere dag om stipt kwart over vijf weggegaan van m’n werk, en geen moeilijke klussen aangenomen in die periode. Veel met Marianne gepraat en gereden. En tegen niemand gezegd dat ik ging afrijden: alle betrokkenheid is ongetwijfeld goed bedoeld, maar ik werd er alleen maar zenuwachtiger van.
De grote dag
Gelukkig wist ik door de tussentijdse toets al een beetje wat ik kon verwachten bij het CBR (simpele dingen, zoals hoe het eruitziet, waar de toiletten zijn, hoe je wegrijdt van het terrein, maar ook hoe het voelt om examen te doen), dus toen ik deze keer binnenliep, voelde het al meteen anders. Ik heb vooraf nog een heel grappig filmpje gekeken van een mevrouw die de slappe lach kreeg terwijl ze een Chewbacca-masker ophad, en haar lach werkte zo aanstekelijk, dat ik er zelf ook helemaal vrolijk van werd.
Bij een faalangstexamen kom je als eerste binnen, er zijn dus nog geen andere examenkandidaten. Dat is wel zo rustig, de examinator neemt ook ruim de tijd om even met je te kletsen en je te leren kennen. Hij benadrukte dat hij er niet zat om mij te laten zakken, maar als iemand die gewoon een stukje meerijdt. Mijn examinator was supervriendelijk, maar ja, dat was die van de tussentijdse toets ook, dus helemaal gerustgesteld was ik nog niet.
Dat moment kwam eigenlijk toen ik het terrein van het CBR afreed, en deze keer het uitritje wél zag, inclusief de auto’s en voetgangers een stukje verderop. Toen voelde ik echt: ‘ik kan dit, ook met zenuwen’. De snelweg op ging prima: af en toe voelde ik wel een knoop in m’n maag, maar dat zei ik dan ook gewoon. En door het even te benoemen, zakte de spanning ook snel weer weg. Ook heel fijn: m’n examinator zei het ook als dingen goed gingen.
Eenmaal van de snelweg af, kreeg ik al vrij snel een stopopdracht, en gelukkig, die ging deze keer gewoon goed. Weer een nare tussentijdsetoets-herinnering overwonnen! Straatjekeren: hmmm, ging ik daar niet een stukje over de stoep? Whatever! Ik hoor niets terug van de examinator en ik sta met m’n neus in de goede richting. Doorrijden maar! Op de snelweg invoegen achter een heeele trage auto-met-aanhanger: okee, dan maar wat langzamer en er niet voorbij, dit voelt het veiligst.
Was het m’n beste rit ooit? Zeker niet, en halverwege merkte ik dat m’n concentratie best wel inzakte. Toen heb ik een time-out genomen, en ben in m’n eentje buiten de auto weer op adem gekomen. En wat zo grappig was: ik dacht dat ik na m’n timeout nog heel lang moest rijden, maar toen ik weer zat, mocht ik alweer terug naar het CBR!
Geslaagd?
Eenmaal terug, werd de perfectionist in mij natuurlijk weer flink aangesproken. Want hee, ik vond dat ik best lekker gereden had, maar geslaagd? Tuurlijk niet, daarvoor moest je toch veel beter rijden? Dus toen ik tegenover de examinator zat en hij me een hand gaf, wist ik in eerste instantie helemaal niet wat hij bedoelde.
Maar het was dus echt zo: ik ben in één keer geslaagd!
En verder
Inmiddels is het twee weken verder, heb ik m’n rijbewijs opgehaald, en heb ik de volgende hobbel al achter de rug: voor de eerste keer zelf rijden. Meteen maar de snelweg op, naar de autodealer in Barneveld. Ook weer superspannend, en ik was blij dat m’n man naast me zat (die is de rust zelve, en dat helpt). Maar na afloop wist ik één ding zeker: ik kan echt gewoon rijden! Over twee weken ga ik m’n eigen auto ophalen, en reken maar dat’ie gebruikt gaat worden!
Ik wens jou net zo’n mooie ervaring als ik heb gehad; ondanks alle zenuwen heb ik genoten van deze bijzondere en leerzame tijd. Het lessen is voor mij veel verder gegaan dan autorijden alleen, en veel van wat ik geleerd heb, gebruik ik nu thuis, op m’n werk, eigenlijk in m’n hele leven. Prioriteiten stellen, besluiten nemen, je grenzen aangeven, eens wat vaker nee zeggen: daar heb je ook buiten de auto een hoop voordeel van!
Heel veel succes met je lessen en je afrijden straks, je kunt het!
Maaike