Ik wilde gisteren even bij Ikea kijken of de combinatie ‘Docent’ in mijn nieuwe interieur zou passen. Cypher en ik begonnen monter (ach, wat is nou een kwartiertje wachten voor een parkeerplek…wij gaan lekker shoppen, Maaike heeft een huis en dat moet vol!).
Eenmaal binnen kreeg ik allemaal subtiele tekens door die mij rechtsom moesten doen keren. Allereerst was daar een lange rij wachtenden. Niet, zoals je zou verwachten, bij de kassa, maar bij het kinderparadijs, waar de krijsende koters overhaast het ballenbad in werden gelanceerd (en dan die intercom he…”Wendel van drie wil graag worden opgehaald uit het kinderparadijs”. Ik weet niet hoor, maar ik heb nog nooit gehoord van iemand die terug wilde komen uit het paradijs).
Daarna betrad ik het winkelgedeelte. Ik weet dat sommige luchtjes koopbevorderend werken, maar of het aroma van De Zweedse Gehaktballetjes daarbij hoort: bork bork bork. Ik begon vrolijk, bekeek iedere gefineerde kastplank met de grootste interesse, graaide in alle koopjesbakken en las aandachtig de produktbeschrijvingen…totdat ik bij de Poang-testinstallatie was aangeland. Daar leek het wel alsof de mechanische testbokshandschoen niet de zitting van de stoel, maar mijn hoofd mishandelde. Vanaf daar wilde ik nog maar een ding: weg.
Het vreemde was dat vanaf daar de produktnamen opeens tegen me praatten. Ik kwam namen tegen als Groggy, Vreten, Brekke, Dromme en -ook heel toepasselijk- Drama. Gelukkig was ik toen al bijna bij de uitgang.