Ik ben een aantrekkelijk doelwit voor autoverzekeraars, hotelbonverkopers en pensioengoeroes. Geregeld word ik tussen half acht en half negen gestoord door een student-met-geldnood die vraagt of hij gelegen belt.
Ik heb verschillende tactieken voor het afhandelen voor deze gesprekken. Meestal roep ik gewoon heel hard dat ik geen interesse heb, dat is makkelijk. Maar als ik zit te eten, maak ik dat kenbaar met volle mond. Ik probeer hierbij zo veel mogelijk te smakken. Nadeel is wel dat ik dan meteen mijn telefoon moet schoonmaken.
Als ik zin heb in een goed gesprek, stel ik allerlei tegenvragen.
Student: “Woont u alleen?”
Maaike: “Nou, dat ligt eraan, wat bedoelt u precies met alleen? Ik heb regelmatig mijn vriend op visite, en ook de kat van de buren komt hier wel eens op de bank liggen. Telt dat ook als alleen, of ben ik dan al duurzaam samenwonend?”
Gisterenavond heeft een student-in-geldnood mij zelf, uit eigen beweging, nog een tactiek aan de hand gedaan:
Student: “Goedenavond, spreek ik met de heer de Jong?”
Maaike (volledig naar waarheid): “Nee, dan bent u verkeerd verbonden”.
Student: “…O…eh…excuses, goedenavond.”
Zo makkelijk ben ik nog nooit van een teletreiteraar afgekomen.