Top
Taal en ritme – Sonorant
fade
1250
post-template-default,single,single-post,postid-1250,single-format-standard,eltd-core-1.1.1,flow-ver-1.3.6,,eltd-smooth-page-transitions,ajax,eltd-grid-1300,eltd-blog-installed,page-template-blog-standard,eltd-header-vertical,eltd-sticky-header-on-scroll-up,eltd-default-mobile-header,eltd-sticky-up-mobile-header,eltd-dropdown-default,eltd-light-header,eltd-header-style-on-scroll,wpb-js-composer js-comp-ver-5.0.1,vc_responsive

Taal en ritme

Taal en ritme

Naar dit stuk van Sheila Chandra kan ik blijven luisteren: ogenschijnlijk onbewogen en met het grootste gemak spreekzingt ze ritmes waar een gemiddelde tong al snel van in de knoop zou springen. Maar wat doet ze hier nou eigenlijk? In deze blog vertel ik wat meer over ritme in Indiase klassieke muziek en het systeem erachter. In een volgende blog ga ik wat meer in op de verrassende overeenkomst tussen het Indiase ritmesysteem en het klanksysteem van onze spreektaal.

Dit stuk heet ‘Taal’, dat is Sanskriet voor ritme. Dit woord is een zogenaamde ‘Valse Vriend’, want het heeft taalkundig niets te maken met ons woord voor datgene wat we gebruiken als we spreken en schrijven.

Handklap

Oorspronkelijk betekent taal ‘handklap’, en dat is niet gek, als je bedenkt dat Dhrupad (en eigenlijk alle Indiase klassieke muziek) een heel ritmisch systeem van bijbehorende handklappen heeft. Men vermoedt zelfs dat het ritmisch klappen bij het reciteren van veda’s al eerder is ontstaan dan het zingen van raga (melodie). Ik zou me zomaar kunnen voorstellen dat het klappen werd gebruikt als geheugensteuntje bij het onthouden van die lange stukken tekst, en dat men tijdens het reciteren variaties is gaan bedenken op die ritmes.

durga

Handen genoeg…

Alhoewel de ritmische begeleiding bij dhrupad tegenwoordig door trommels wordt verzorgd, gebruiken zowel zangers als slagwerkers het handklappen nog steeds: bij het oefenen, maar ook tijdens het uitvoeren.

Structuur en opbouw van een ritme

Een ritme in Dhrupad (taal) is een cyclus (avartan) met een vast aantal slagen of tellen. Die tellen zijn weer onderverdeeld in een vast aantal groepjes (vibhag); een beetje zoals maten in Westerse muziek. Iedere vibhag heeft op zijn beurt weer een vast aantal tellen (matra) die worden bijgehouden met handklappen. Met elkaar vormen deze drie onderdelen het skelet van een ritme.

Hieronder zie je een voorbeeld van deze structuur voor het ritme Chautal, een ritme met een cyclus van twaalf tellen, onderverdeeld in drie maten en met klappen (tali) op tel 1, 5, 9 en 11.chautal

Zoals je ziet, staan er in de matra niet alleen klappen, maar ook waves. Een wave is het openen van je hand naar buiten. Zowel de klap als de wave hebben een specifieke functie: ze geven de relatieve zwaarte van de tel aan. Een klap (tali) is dicht, benadrukt, stevig. Een wave (kali) is open, met net iets minder nadruk dan een kali, maar met meer nadruk dan een tel zonder klap.

De allereerste tel in de cyclus is bijzonder: daar kom je thuis en begin je opnieuw. Deze eerste tel van de cyclus het sam. Omdat’ie zo belangrijk is, is sam eigenlijk altijd een flinke klap, een kali dus.

Ik zou graag wat filmpjes willen laten zien van hoe dat klappen in z’n werk gaat, maar gek genoeg zijn die er niet. Misschien dat ik er binnenkort zelf maar eentje maak.

Basispatroon: theka

Wat ik hierboven beschreef, is een stramien, een skelet waarin je heel veel verschillende ritmes zou kunnen maken. Een soort abstract model eigenlijk, in dit geval voor Chautal. Maar lang niet alle mogelijke ritmes die je in dit model kunt maken, zijn Chautal. Daarvan is er maar eentje. En dat komt door theka, ofwel het typische, karakteristieke patroon dat Chautal definieert.

Voor Chautal is de theka  als volgt: dha – dha – din – ta – kite – dha – din – ta – tite – katte – gadi – gana. Zoals je ziet: 12 tellen die ieder worden genoteerd met een bol, een spraakklank die overeenkomt met een bepaalde slag op de pakhawaj. En dat is eigenlijk ook wat Sheila Chandra hierboven doet: ze spreekzingt ritmes, en gebruikt daarbij bols. Grappig vind ik dat; mijn eigen leraar zei ook altijd: “als je het kunt zingen, kun je het ook spelen”. Nu leer ik pakhawaj, en moet ik inderdaad al m’n ritmes eerst leren zingen voordat ik ze ga spelen.

Als ik theka toevoeg aan het model, ziet at er als volgt uit:

chautal 2

Hieronder hoor je hoe chautal klinkt op de pakhawaj. Kun je de bols  erbij zingen?

Variaties

Zoals je je kunt voorstellen, klinkt het het herhalen van het basispatroon van chautal na een tijdje wel een beetje saai. Eigenlijk is het basispatroon ook nog maar het begin. Als je dat eenmaal kunt spelen, wordt het tijd om te gaan improviseren! Hieronder hoor je hoe Pt. Mohan Shyam eerst de theka van chautal speelt, en daarna improviseert. Terwijl hij zijn improvisatie zingt, klapt hij de matra van chautal door. Kun je de cyclus blijven meetellen?

Als je het tot hier gehaald hebt: gefeliciteerd, want Indiaas ritme is geen lichte kost. Maar man, wat vind ik het boeiend! Eigenlijk is het het leukste om het ook echt zelf te doen, dus als je zin hebt om een paar ritmische tongbrekers uit te proberen met spreekzingen: hou de agenda in de gaten!

Maaike
No Comments

Sorry, the comment form is closed at this time.